woensdag 14 april 2010

,,Genezen van patiënten telt het meest”

Het café van zijn vader in de Helmondse Ameidestraat leek de carrière te worden van Giel Spierings (56). Het liep anders: in het Amerikaanse Boston groeide hij uit tot een toonaangevende migraine-expert. Tijdens carnaval was Spierings even voor een kort familiebezoek in zijn geboortestad. Hoe een Helmonder van de Ameidestraat de stap maakte naar de klinieken van Harvard. ,,Ik leerde om altijd naar patiënten te luisteren.”

Door: Harry Weerts

Vader Spierings had een groot gezin. In zijn middelbare schooltijd op de HBS hielp de jonge Giel vaak mee in café-restaurant De Ameide. Maar toen zijn vader hertrouwde veranderde alles en vertrok het gezin naar Heiloo. ,,Ik werd als tiener uit mijn omgeving weggetrokken en mijn leven in de puberteit was plots helemaal anders. Om afleiding te zoeken en niet te veel over mijn persoonlijke leven na te denken studeerde ik veel. Ik had van nature een behoefte aan kennis. Zo werd ik in no-time van de slechtste van de klas de beste leerling." De affiniteit met medische zaken komt naar zijn zeggen niet uit de lucht vallen. ,,Mijn vader gaf veel om biologie. Ik heb het niet van een vreemde.”

Congressen
Na zijn eindexamen studeerde Spierings medicijnen aan de Medische Faculteit in Rotterdam (later de Erasmus Universiteit), de geboortestad van zijn moeder. Neurologie en psychiatrie waren zijn voornaamste interessegebieden. ,,Maar ik keek verder dan mijn neus lang was en bezocht destijds veel internationale congressen." Op één daarvan ontmoette hij professor John R. Graham. Een Amerikaanse internist en coryfee op het gebied van migraine. ,,Zijn charisma en imposante gestalte vielen mij meteen op. Een indrukwekkende, toegewijde man.”

Ticket to Boston
De geboren Helmonder en de Amerikaan raakten na het congres in gesprek en wisselden contactgegevens uit. Na veel correspondentie ondernam Giel Spierings in 1974 voor het eerst een verre reis. Op uitnodiging van professor Graham nam hij het vliegtuig naar Boston voor een medisch congres. Zijn vader overleed het jaar daarvoor. Met de erfenis kocht hij een vliegticket. ,,Ik wilde het geld een goede bestemming geven en besloot op de uitnodiging van Graham in te gaan. Het eerste dat mij aan Amerika opviel was hoe groot alles is. Ik had een tussenlanding op JFK. Door een raam zag ik een gigantisch parkeerterrein en de hoge gebouwen van Manhattan op de achtergrond. Imposant vond ik dat. Eenmaal in Boston ontmoette ik al snel Graham. Hij leidde mij langs de plaatselijke ziekenhuizen en introduceerde de CT-scan. Destijds waren er maar een paar hiervan ter wereld en in Nederlands zelfs geen. Dit enorme apparaat ‘snijdt' als het ware een menselijk brein in digitale plakjes. Imponerend en toen nauwelijks voor te stellen.”


Grotere kaart weergeven

Spierings keerde huiswaarts om zijn studie geneeskunde en specialisatie neurologie af te ronden en in dat vakgebied te werken. Het contact met dr. Graham bleef, de Amerikaan was onder de indruk van de Nederlander. Begin jaren tachtig kreeg Spierings een beurs van de Erasmus Universiteit om een jaar als Graham’s assistent te werken in Boston. In die periode sliep hij in het huis van Graham.

Opvolging
Het zou niet bij het assistentschap blijven. Na het jaar in de VS keerde hij terug naar Nederland. Maar, hoewel het hem niet meteen duidelijk was, zag Graham in Spierings zijn opvolger als directeur van de Headache Research Foundation in het Faulkner Hospital te Boston. De Amerikaan ging met pensioen en stond erop dat Spierings hem zou opvolgen. Aldus geschiedde. De kliniek doopte de geboren Helmoner bij wijze van eerbetoon om tot John R. Graham Headache Centre.


Giel Spierings (foto: Natalie Roux)

Examen
,,Ik was me eigenlijk al aan het voorbereiden op een loopbaan in Nederland. Toen mijn weg in de medische wereld begon, was mijn idee om de gezondheid van de Nederlandse bevolking te dienen. Het contact met Graham bleef ik echter aanhouden en uiteindelijk verzocht hij mij om hem op te volgen." In 1985 werden serieuze stappen genomen, want Graham vroeg een medisch toelatingsexamen aan voor Spierings. Om in de VS als medicus te mogen werken moet men een zwaar examen afleggen. Het duurt drie dagen en bevat 3500 meerkeuzevragen. ,,Ik was zoals gezegd nogal een studiefanaat en had in mijn leven veel oefenexamens gemaakt. In december van 1985 ging ik naar de VS speciaal voor het examen."

Spierings had geen idee hoe hij had gescoord. ,,Ik was behoorlijk uitgeput toen ik het vliegtuig terug naar huis nam. Tot mijn verrassing belde enkele maanden later Graham op. ‘You passed your exam man! Kom snel!’ Voor mij was er geen weg terug. Na alle tijd en energie die Graham in mij stak had ik een plichtsgevoel.”

Succesvolle kliniek
Giel Spierings toog in 1986 naar Massachusetts, zijn gezin (zijn dochter is inmiddels arts in Londen en zijn zoon architect in Rotterdam) volgde. Vanuit heel Amerika kwamen patiënten met hoofdpijnklachten, in totaal meer dan 10.000. De kliniek groeide uit tot ’s werelds meest vooraanstaande. Daarnaast doceert Spierings aan de befaamde Harvard Medical School en Tufts School of Dental Medicine. Ook verricht hij met zijn bedrijf MedVadis wetenschappelijk medisch gebied onderzoek, vooral naar migraine.

,,Ik ben in de eerste plaats arts. Patiënten behandelen en hen van klachten afhelpen is mijn grootste prioriteit. Bestuursfuncties brengen ook diplomatieke verplichtingen met zich mee. In de lokale medische cultuur is nogal wat 'achterkamertjespolitiek'. Het is een porseleinkast. Ik ben een rechtlijnige Nederlander en dat vloekt soms. Maar de kwaliteit van het werk gaat voor alles."

Patiënten
Wat voor soort arts is Spierings volgens hemzelf? ,,Ik sta dicht bij de patiënten. Het ontwikkelen van migrainebehandeling is mijn hoofddoel. Dit wil ik vooral in Nederland doen. Maar dat is moeilijk. Hoofdpijn is complex, weinig artsen weten er raad mee. Oorzaken zijn soms te vinden op plekken waar je het niet direct verwacht. Om een voorbeeld te geven: er kwam eens een vrouw die jarenlang kampte met clusterhoofdpijn. Niemand wist waar het aan lag en vorige artsen konden haar ook niet van de klachten afhelpen. Uiteindelijk meldde ze zich bij mijn kliniek. Na lang doorvragen daagde het bij mij dat het probleem misschien haar luchtwegen waren. Uiteindelijk werden met een neusspray de problemen minder, een KNO arts deed de rest."

Hoofdpijnbehandeling krijgt tegenwoordig ook aandacht in Nederland. ,,Mijn voormalige pupil John Lebbink zette in de jaren negentig de Bonifatius Hoofdpijnkliniek in Dokkum op. Ook hier behandel ik zelf regelmatig patiënten. Ik ben erg blij met deze stap. Het is een doorbraak in Nederland.”

Zijn belangrijkste motivatie als medicus? ,,Patiënten van klachten afhelpen! Graham leerde mij vooral om altijd naar hen te luisteren. Wat patiënten zeggen is altijd relevant voor een medicus en hun klachtomschrijving moeten we altijd als valide en ter zake doend zien. Hun inbreng is onmisbaar voor ons. Ik hoop dat iedere medicus zich daarvan bewust is.”

dinsdag 1 december 2009

Gezegend met wierook, rijstkorrels en vermoeide benen

Bali staat bekend als het eiland van de Goden. Hoeveel er precies zijn, is niet duidelijk. De Hindoeïstische Balinezen raken de tel wel eens kwijt. Maar dat de eilandbewoners erg gelovig zijn, maken de vele tempels duidelijk. Al meteen bij aankomst op het eiland begeeft de bezoeker zich in 'Dharmistische sferen', want zelfs de luchthaven lijkt op een decor uit Indiana Jones. Er is één tempel der tempels: de Besakih. Een bezoek staat garant voor een memorabele ervaring. Een verslag.

Door Harry Weerts

De Balinezen hebben hun eigen religieuze kalender, genaamd Wuku. Deze bepaalt dat in april 2009 de bedevaart Karya Agung Panca Bali Krama op de rol staat. Eens per tien jaar stromen de Balinezen uit alle hoeken en gaten van het eiland naar de Besakih-tempel, ook wel de moeder tempel genoemd, om tijdens dit festival offers te brengen aan Shiva, Brahma en Vishnu. Ze gaan er op tal van manieren heen: per fiets, per auto, op de brommer en soms zelfs lopend door de verzengende, tropische hitte. De tempel ligt op ongeveer 1000 meter hoogte, op de helling van de mythische Agung-vulkaan. De pelgrims hebben daardoor de nodige hoogtemeters te overwinnen.

Besakih: wetenswaardigheden

De Besakih-tempel werd vermoedelijk in de 8ste eeuw als plek van meditatie opgericht door de priester Danghyang Markandeya. In de 11e eeuw werd het de belangrijkste hindoetempel van Bali. Lange tijd mocht alleen de plaatselijke adel de tempel bezoeken, maar nu is ook de gewone Balinees uit de lagere kaste welkom. In werkelijkheid is de Besakih een complex van 22 tempels. De belangrijkste is de Pura Penataran Agung, opgedragen aan de oppergod Shiva. Deze is de echte Besakih-tempel of moeder tempel en alleen toegankelijk voor Hindoe's. De rest van het Besakih-complex is wel voor iedereen te bezoeken, mits gekleed in Sarong.

In 1963 barstte de vulkaan Agung verwoestend uit. De Besakih-tempel bleef grotendeels van de ondergang bespaard. Balinezen zien dit als mirakel en als bewijs van de macht der Goden.


Kronkelend omhoog
In een auto met airco is het veel comfortabeler reizen. De weg van Klungkung, aan de voet van de vulkaan, naar de tempel is niet meer dan elf kilometer lang. Maar door de tienduizenden pelgrims op de weg staat het verkeer muurvast. De gids ziet zich genoodzaakt om een alternatieve route te nemen. De weg kronkelt zich door tal van prachtige rijstterrassen omhoog. Na ongeveer twee uur reizen is de bestemming bereikt: de moeder aller Balinese tempels.

Destination Besakih
Een drukte van jewelste is nog een understatement. Het puilt werkelijk uit. Voor veel bezoekers is het tripje naar de Besakih behalve een religieuze plichtpleging ook een sociaal gebeuren. Mensen nemen lunchpakketjes mee, met daarin Nasi Campur. Het vlees daarin heeft een niet te duiden, penetrante stank. Verder is het een populaire plek van handel. Buiten de tempel staan tal van kraampjes opgesteld. Vooral rijke Belanda's zijn gewilde klanten. Ook 'tempelwachters' slaan graag een slaatje, door ten onrechte entreegeld te vragen.


De Besakih-tempel (foto Harry Weerts)

Spiritueel met rijstkorrels
De tempel ligt verspreid over zeven terrassen. Wie van onder naar boven wil, moet ongeveer duizend treden beklimmen. In de hitte en met een alles overwoekerende Sarong om de lenden valt dit nog niet mee. Iedere bezoeker kan zich traditioneel Balinees laten zegenen. In een geknielde houding windt de opperpriester een soort doek om het hoofd van de ignorant westerner. Hibiscusbladeren, heilig water, wierookstokjes en een rijstkorrel op het voorhoofd doen de rest. Dit maakt de innerlijke reiniging compleet.

Het zegenen was de absolute climax van de trip. Maar er is zoveel meer te zien en doen. Een rondwandeling door het complex staat garant voor kleurrijke plaatjes.

Gezegend door Shiva, met verzuurde benen en 50 euro lichter staat de auto weer klaar. Om stapvoets weer de vulkaan af te dalen.

Klik hier voor een fotoverslag.